Wat
regelmatig in debatten over transities naar de klimaatneutrale samenleving
opduikt zijn vragen over de geclaimde milieuwinsten. De omschakeling naar elektrisch
rijden of de inzet
van warmtepompen zou veel minder of zelfs slechter voor het milieu zijn dan
geclaimd. Voor het bouwen van windmolens is nog steeds staal uit cokes (een
soort steenkool) gestookte hoogovens nodig en voor een duurzame chocolade melkreep
met noten heb je duurzame cacao én duurzame melk én duurzame hazelnoten nodig.
Behalve
de vraag wat dan het alternatief is (doorgaan met gebruik fossiele energie? geen
repen met duurzame cacoa kopen?), speelt hier een catch22 of kip-ei probleem mee:
het dilemma van de parallelle transitie. In
plaats van één transitie om te komen tot een klimaatneutrale samenleving gaat
het namelijk om meerdere, kleine en grote transities die nodig zijn om het
einddoel van volledig fossiel vrij te halen. Ook voor de chocoladereep heb je
meerdere transities nodig.